De twice-exceptional learner, oftewel de dubbel-bijzondere leerling.
Dubbel-bijzondere leerlingen zijn leerlingen die naast hun hoogbegaafdheid een leer- of ontwikkelingsstoornis hebben. Die stoornis zorgt in meer of mindere mate voor problemen met het verwerken van informatie en het verwerven van kennis. Dubbel-bijzondere leerlingen zijn vaak moeilijk te herkennen. Er zijn 3 typen dubbel-bijzondere leerlingen:
- Leerlingen bij wie vooral de begaafdheid wordt gezien. De schoolse prestaties blijven echter achter bij wat er verwacht wordt op basis van de begaafdheid. Als die prestaties nog rond het gemiddelde liggen, wordt vaak gedacht dat de problemen komen door een gebrek aan uitdaging.
- Leerlingen bij wie vooral de stoornis wordt gezien. Die stoornis geeft zoveel belemmeringen, dat niet meer wordt herkend dat er ook sprake is van begaafdheid. De leer- en/of gedragsproblemen zijn dermate groot, dat ze (tijdelijk) niet meer door de begaafdheid gecompenseerd kunnen worden.
- Leerlingen bij wie de begaafdheid en stoornis elkaar opheffen: de leerling lijkt een ‘gemiddelde’ leerling. Deze leerlingen zijn het meest moeilijk om op te sporen.
Dubbel-bijzondere leerlingen ervaren vaak heftige emotionele gevolgen van de botsing tussen begaafd en speciaal zijn. Het is voor hen erg confronterend en frustrerend om aan de ene kant heel slim te zijn en aan de andere kant hun onvermogen te voelen. Ze ervaren dit bewust en intens. Ze kunnen vaak lang compenseren om gewoon met de groep mee te kunnen. Als dat opeens niet meer lukt, bijvoorbeeld omdat de leerling moe is, er teveel prikkels tegelijk op hem afkomen of er op meerdere gebieden teveel van hem wordt gevraagd, ontstaan er gaten in de verdediging. Er is dan sprake van overvraging, die meestal tot uiting komt in de emotieregulatie. Soms vinden er alleen thuis emotionele uitbarstingen van woede, angst of verdriet plaats, soms ook zijn die op school te zien.
Hoe kan Marink helpen?
De begeleiding aan de dubbel-bijzondere leerling is geen standaard begeleiding. Altijd dient er gekeken te worden naar zowel ondervraging (als gevolg van de hoogbegaafdheid) als overvraging (als gevolg van de stoornis). Dit vraagt om een aanpak die rekening houdt met de sterke kant van de leerling, zijn cognitieve stijl, zijn voorkeur voor de aanpak van het leren en zijn intelligentieprofiel (Baum et al., 2017). In deze aanpak staat het talent centraal: de begeleiding dient talent-focused te zijn.
Marink doet dit door:
- Psycho-educatie voor kind en ouder, desgewenst ook leerkracht op school. Er wordt uitleg gegeven over wat het is om dubbel-bijzonder te zijn, wat dit betekent voor uw kind en de opvoeding en we gaan op zoek naar de talenten om die te bekrachtigen.
- Aan te moedigen om talenten en belangstellingen te benutten, om de leerling in zijn kracht te zetten.
- Tijdens de begeleidingen goed te observeren en te letten op “klein gedrag”, zoals bijvoorbeeld een blik die weerstand uitdrukt. Door die waarneming te delen wordt voor de leerling zelf vaak duidelijk wat er speelt en concreet waar aan gewerkt wordt.
- Emotieregulatie te bevorderen: het tijdig leren herkennen van heftige emoties en vervolgens hierbij passende oplossingen te bedenken om ze te voorkomen dan wel onder controle te houden.
- Aanleren van praktische vaardigheden, zowel voor school als thuis.
Literatuur:
- Baum, S., Schader, R., & Owen, S. (2017). To be gifted and learning disabled. (3 ed.). Waco: Prufrock Press.