Twi­ce-Excep­ti­o­nal / Dubbel-bijzonder

De twi­ce-excep­ti­o­nal lear­ner, ofte­wel de dub­bel-bij­zon­de­re leerling. 

Dub­bel-bij­zon­de­re leer­lin­gen zijn leer­lin­gen die naast hun hoog­be­gaafd­heid een leer- of ont­wik­ke­lings­stoor­nis heb­ben. Die stoor­nis zorgt in meer of min­de­re mate voor pro­ble­men met het ver­wer­ken van infor­ma­tie en het ver­wer­ven van ken­nis. Dub­bel-bij­zon­de­re leer­lin­gen zijn vaak moei­lijk te her­ken­nen. Er zijn 3 typen dub­bel-bij­zon­de­re leer­lin­gen:

  1. Leer­lin­gen bij wie voor­al de begaafd­heid wordt gezien. De school­se pres­ta­ties blij­ven ech­ter ach­ter bij wat er ver­wacht wordt op basis van de begaafd­heid. Als die pres­ta­ties nog rond het gemid­del­de lig­gen, wordt vaak gedacht dat de pro­ble­men komen door een gebrek aan uitdaging. 
  2. Leer­lin­gen bij wie voor­al de stoor­nis wordt gezien. Die stoor­nis geeft zoveel belem­me­rin­gen, dat niet meer wordt her­kend dat er ook spra­ke is van begaafd­heid. De leer- en/of gedrags­pro­ble­men zijn der­ma­te groot, dat ze (tij­de­lijk) niet meer door de begaafd­heid gecom­pen­seerd kun­nen worden. 
  3. Leer­lin­gen bij wie de begaafd­heid en stoor­nis elkaar ophef­fen: de leer­ling lijkt een ‘gemid­del­de’ leer­ling. Deze leer­lin­gen zijn het meest moei­lijk om op te sporen. 

Dub­bel-bij­zon­de­re leer­lin­gen erva­ren vaak hef­ti­ge emo­ti­o­ne­le gevol­gen van de bot­sing tus­sen begaafd en spe­ci­aal zijn. Het is voor hen erg con­fron­te­rend en frus­tre­rend om aan de ene kant heel slim te zijn en aan de ande­re kant hun onver­mo­gen te voe­len. Ze erva­ren dit bewust en intens. Ze kun­nen vaak lang com­pen­se­ren om gewoon met de groep mee te kun­nen. Als dat opeens niet meer lukt, bij­voor­beeld omdat de leer­ling moe is, er teveel prik­kels tege­lijk op hem afko­men of er op meer­de­re gebie­den teveel van hem wordt gevraagd, ont­staan er gaten in de ver­de­di­ging. Er is dan spra­ke van over­vra­ging, die meest­al tot uiting komt in de emo­tie­re­gu­la­tie. Soms vin­den er alleen thuis emo­ti­o­ne­le uit­bar­stin­gen van woe­de, angst of ver­driet plaats, soms ook zijn die op school te zien. 

Hoe kan Marink helpen?

De bege­lei­ding aan de dub­bel-bij­zon­de­re leer­ling is geen stan­daard bege­lei­ding. Altijd dient er geke­ken te wor­den naar zowel onder­vra­ging (als gevolg van de hoog­be­gaafd­heid) als over­vra­ging (als gevolg van de stoor­nis). Dit vraagt om een aan­pak die reke­ning houdt met de ster­ke kant van de leer­ling, zijn cog­ni­tie­ve stijl, zijn voor­keur voor de aan­pak van het leren en zijn intel­li­gen­tie­pro­fiel (Baum et al., 2017). In deze aan­pak staat het talent cen­traal: de bege­lei­ding dient talent-focu­sed te zijn.

Marink doet dit door:

  • Psy­cho-edu­ca­tie voor kind en ouder, des­ge­wenst ook leer­kracht op school. Er wordt uit­leg gege­ven over wat het is om dub­bel-bij­zon­der te zijn, wat dit bete­kent voor uw kind en de opvoe­ding en we gaan op zoek naar de talen­ten om die te bekrachtigen.
  • Aan te moe­di­gen om talen­ten en belang­stel­lin­gen te benut­ten, om de leer­ling in zijn kracht te zetten. 
  • Tij­dens de bege­lei­din­gen goed te obser­ve­ren en te let­ten op “klein gedrag”, zoals bij­voor­beeld een blik die weer­stand uit­drukt. Door die waar­ne­ming te delen wordt voor de leer­ling zelf vaak dui­de­lijk wat er speelt en con­creet waar aan gewerkt wordt. 
  • Emo­tie­re­gu­la­tie te bevor­de­ren: het tij­dig leren her­ken­nen van hef­ti­ge emo­ties en ver­vol­gens hier­bij pas­sen­de oplos­sin­gen te beden­ken om ze te voor­ko­men dan wel onder con­tro­le te houden.
  • Aan­le­ren van prak­ti­sche vaar­dig­he­den, zowel voor school als thuis.

Lite­ra­tuur:

  • Baum, S., Scha­der, R., & Owen, S. (2017). To be gif­ted and learning disa­b­led. (3 ed.). Waco: Pru­frock Press.