Per­fec­ti­o­nis­me, faal­angst en mindset

Hoog­be­gaafd­heid en per­fec­ti­o­nis­me of faal­angst: hoe is je mindset?

Hoog­be­gaaf­de kin­de­ren kun­nen al heel jong din­gen die hun leef­tijd­ge­noot­jes nog niet kun­nen. Ook is hun ken­nis gro­ter. Hier­door krij­gen ze vaak te horen dat ze knap of slim zijn. Daar­bij komt nog dat ze veel kun­nen en weten zon­der er gerich­te inspan­ning voor te leve­ren: het gaat van­zelf. Ze leren niet om te gaan met het maken van fou­ten. Ze krij­gen dus ook geen feed­back over hoe je din­gen anders kunt aan­pak­ken. Dit leidt tot een hul­pe­lo­ze reac­tie als ze toch een fout maken. Voor het ene kind een reden om af te haken en niet meer naar school te wil­len. Voor het ande­re kind een reden om juist voor hoge pun­ten te gaan en de erken­ning die daar­bij hoort. In bei­de geval­len wordt de intrin­sie­ke moti­va­tie tekort­ge­daan: de een heeft geen zin meer, de ander leert niet voor zich­zelf maar voor de beoor­de­ling. De een zou fors kun­nen gaan onder­pres­te­ren, de ander zou per­fec­ti­o­nis­me en faal­angst kun­nen ontwikkelen. 

In bei­de geval­len ont­wik­ke­len kin­de­ren een FIXED MINDSET: ze gaan ervan uit dat hun intel­li­gen­tie zo goed als vast­ligt. Als ze iets goed doen, zien ze dat als een beves­ti­ging van hun intel­li­gen­tie, per­soon­lijk­heid of karak­ter. Als ze iets niet kun­nen, zijn ze ervan over­tuigd dat dit een eigen­schap is die bij hen hoort (“Ik kan echt geen wis­kun­de, zie je wel”). Ze gaan uit­da­gin­gen ver­mij­den. Waar­om zou je immers begin­nen aan iets waar­van je zeker weet dat je het niet kunt? En mis­schien nog wel span­nen­der: waar­om zou je die extra moei­lij­ke som maken als je goed bent in reke­nen? Als je die niet kunt oplos­sen, staat je repu­ta­tie op het spel. Een fixed mind­set maakt dat je niet meer wilt oefe­nen en leren: het is òf over­bo­dig omdat je het toch niet kunt, òf veel te span­nend. De moti­va­tie voor leren is in bei­de geval­len minimaal. 

Kin­de­ren met een GROWTH MINDSET daar­en­te­gen gelo­ven dat hun kwa­li­tei­ten ont­wik­keld kun­nen wor­den door mid­del van gerich­te inspan­ning, oefe­nen, inzet­ten van goe­de leer­stra­te­gie­ën en door­zet­tings­ver­mo­gen. Ze genie­ten van uit­da­gin­gen omdat die leer­zaam kun­nen zijn en lei­den tot groei. Geloof in eigen kwa­li­tei­ten kan een lief­de voor leren ont­wik­ke­len. Als iets je niet lukt, zie je dat als een kans om jezelf te ver­be­te­ren of iets nieuws te leren: ik kan het NOG niet, dus ik ga het leren. 

Hoe kan Marink helpen?

Bij Marink krijgt een kind met een fixed mind­set, al dan niet in com­bi­na­tie met bij­voor­beeld het aan­le­ren van goe­de stu­die­vaar­dig­he­den, een mind­set-trai­ning. Als eer­ste wordt uit­ge­legd waar­om het zich soms ang­stig voelt en het mis­schien met het leren of op toet­sen niet altijd lukt. Daar­na wordt uit­ge­legd wat leren eigen­lijk is. Met gerich­te oefe­nin­gen aan de hand van gepas­te uit­da­gin­gen wordt in een vei­li­ge omge­ving gewerkt om je weer te leren open­stel­len voor een leer­pro­ces. Je kunt immers alleen maar tot leren komen als je je vei­lig voelt!